Wat is de wettelijke reserve?
De wettelijke reserve behoort tot het eigen vermogen van een bedrijf dat niet mag worden uitgekeerd aan bijvoorbeeld aandeelhouders of om eventuele verliezen te compenseren. Het is wettelijk vastgelegd dat bedrijven met een BV of NV als rechtsvorm de wettelijke reserve dienen aan te houden. Dit is opgenomen in de wet om daarmee onder meer bescherming te bieden aan crediteuren, want zo wordt voorkomen dat er sprake is van geldelijke uitkeringen over resultaten die in werkelijkheid niet zijn behaald.
Wettelijke reserve als onderdeel van eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat voor een deel uit de wettelijke reserve die gebonden is aan wet- en regelgeving, zoals neergelegd in het Burgerlijk Wetboek. De bepalingen zijn van toepassing op rechtspersonen, zoals een bv of nv die onder de inhoud van Boek 2 BW Titel 9 vallen. Deze bedrijven moeten wettelijke reserves aanhouden.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen heeft betrekking op de waarde van de bezittingen van een bedrijf met het vreemd vermogen daarop in mindering gebracht. Het gaat hierbij onder meer om activa, maar ook om liquide middelen en bijvoorbeeld voorraad. Het eigen vermogen laat zien hoe het bedrijf ervoor staat, maar is geen indicatie voor de bedrijfswaarde. In het bedrijf zijn het de partners of de aandeelhouders die het bedrijf met eigen vermogen financieren. Indien er sprake is van een bedrijfsliquidatie geldt dat het eigen vermogen de financiële waarde voor de aandeelhouders vertegenwoordigt. Het eigen vermogen is op de balans samen met de schulden terug te zien onder ‘passiva’ en betreft het beschikbare kapitaal. De wettelijke reserve is daar onderdeel van dat terug te zien op de balans.
Verschillende soorten wettelijke reserves
Er zijn overigens verschillende soorten wettelijke reserves te onderscheiden, zoals die voor uitgifte van aandelen. Indien een bedrijf kosten voor aandelenuitgifte maakt, kan dit op de balans gezet worden en is afschrijving mogelijk. In dit geval geldt dat er een wettelijke reserve tegenover moet staan.
Een andere soort wettelijke reserve betreft de reserve voor deelneming. Een BV moet bijvoorbeeld een reserve aanhouden in het geval van een toenemende waarde van deelnemingen in andere bedrijven ten opzichte van de eerdere balansdatum.
Er is tevens een herwaarderingsreserve te onderscheiden die betrekking heeft op het vermeerderen van de waarde van materiële en immateriële vaste activa net als op de toenemende waarde van voorraden voor zover het geen agrarische voorraden betreft. Het komt bijvoorbeeld voor dat de waarde van een bedrijfspand toeneemt en er dus sprake is van waardevermeerdering. Dit dient dan op de balans als wettelijke reserve zichtbaar te zijn.
Een ander voorbeeld van soorten wettelijke reserves betreft de reserve voor omrekeningsverschillen. Dit is van toepassing als vreemde valuta deel uitmaken van de bedrijfsvoering, waarbij de waarde van bezittingen en schulden varieert op de balans.
Wettelijke reserve en theoretische resultaten
Wettelijke reserves mogen niet door bedrijven worden ingezet om bijvoorbeeld dividend uit te keren of om eigen aandelen in te kopen. De theoretische resultaten voor wat betreft de wettelijke reserve op de balans zijn namelijk niet de werkelijke resultaten, want deze zijn nog niet gerealiseerd. De waarde van vaste activa komt op de balans te staan, zoals inventaris of het bedrijfspand.
Neemt de waarde van een bedrijfspand toe, dan leidt dat tot een hogere winst in theorie. Pas als het bedrijfspand verkocht wordt, is de winst daadwerkelijk behaald. Daarom moet een deel van de waarde van het bedrijfspand als wettelijke reserve op de balans worden aangehouden. Uiteraard is het toegestaan om een feitelijke hoge winst te gebruiken om aan aandeelhouders een uitkering te verstrekken. Dit mag echter niet voor zover het de wettelijke reserve aanspreekt. Een crediteur heeft bijvoorbeeld geen mogelijkheid om een vordering betaald te krijgen uit het eigen vermogen dat alleen in theorie in het bedrijf aanwezig is.